‘Waarom vind je dat hij niet goed presteert?’ Is mijn eerste vraag.
‘Het is alles eigenlijk. Er zit geen tempo in, geen enthousiasme. Nooit een wild idee of goeie grap. Het is ’m gewoon net niet.’ zegt de manager overtuigd.
Denk eens aan een collega die je niet zo goed vindt. Bedenk nu waarom je dat vindt. Er is een hele grote kans dat je - net als de manager in dit voorbeeld - met verraderlijke verwachtingen op de proppen komt. Verwachtingen die niets met het werk te maken hebben, maar wel meewegen in hoe jij de ander beoordeelt.
Om goed te kunnen presteren is het cruciaal te weten wat de verwachtingen zijn. Dat geldt over en weer. Wat je manager of collega van jou verwacht en andersom. Twee dingen die je moet weten over dit thema:
- Verwachtingen zijn vloeibaar. We geloven graag dat we stabiele wezens zijn, helaas. Onze verwachtingen veranderen continu en kunnen per week verschillen. Dat geldt net zo goed voor je baas en collega.
- Veel verwachtingen zijn impliciet, niet uitgesproken of uitgekristalliseerd. Veel managers kunnen niet goed uitspreken waarom ze iemand wel of niet goed vinden presteren. Dat is gevaarlijk, want dan speelt de onderbuik een hoofdrol, zoals in het voorbeeld.
Wapen jezelf en je team daarom deze week tegen verraderlijke verwachtingen met deze 4 tips.
- ✍🏽Zet verwachtingen op papier. Door ze op te schrijven dwing je elkaar tot het vinden van woorden. Meteen een goede check: als je het niet op papier kunt zetten, mag je niet verwachten dat anderen eraan voldoen.
- 📈Maak het (vooraf) meetbaar. Zo wordt het objectiever. Beide partijen weten dan waar ze aan toe zijn. Wil je bijvoorbeeld dat iemand proactief met ideeën komt? Bepaal dan hoeveel ideeën, wanneer en in welke vorm.
- 🗣Maak het een terugkerend thema en geef feedback. Het werk verandert continu. Om discussie achteraf te voorkomen moet je constant in gesprek blijven over verwachtingen over en weer.
- 🧩Bespreek impliciete verwachtingen die er niet toe doen, maar wel meewegen. Denk aan een stijlverschil of voorkeur. Een ‘ik-doe het-liever-zo-lijstje’, met zaken die niet goed of fout maar anders zijn.
Zo, dit lijstje is een goed begin, maar niet alomvattend. Dit bespreekbaar maken met collega’s is de grootste stap. Hopelijk kun je deze editie daarvoor gebruiken.